Het is eigenlijk niet heel belangrijk om mijn functie of rol een naam te geven, want ik introduceer mijzelf meestal los van een titel. En toch is het een interessante sudder-vraag die ik meenam in mijn retraite in juli. Een jaarlijks ritueel, waarbij ik me 8 dagen afsluit van de wereld in een Drentse boerderij met een vipassanaleraar en 25 andere stilte-zoekers. Mediterend breng je de dagen door. Er zijn verschillende meditatievormen, zo is er ook dagelijks een werkmeditatie van 45 minuten. Mijn werktaak voor die week is om het onkruid uit het Dovenetel-perk te verwijderen. Ik zal hier niet ingaan op alle inzichten en irritaties die ik daar opdeed, maar één wil ik er toch graag uitlichten. Omdat de naam die mijn rol heeft in het begeleiden van organisaties, volgens mij kan worden afgeleid van de waarde die ik toevoeg. En dat zag ik duidelijk terwijl ik werkte met de Dovenetel.

Een functienaam of rol (in Laloux-taal gesproken) zegt iets over wat je doet en welke plek je inneemt. In 2006 was ik een management trainee, toen was ik bijna 10 jaar een organisatieadviseur. Nu weet ik het even niet. Samen met Alice Read ben ik een jaar onderweg met SoulSearchers. Ik vraag me af welke ‘functienaam’ of ‘naamplaatje’ er nu bij ons past. Want het woord organisatieadviseur dat ik jaren gebruikte, past voor mijn gevoel niet meer.

Terug naar die Dovenetel dus: de Dovenetel is een kruipende plant, die overal wortel schiet. Hij heeft paarse bloemen, maar die zijn er alleen nog niet in juli, als ik hem moet verzorgen. Er was wel veel onkruid en ongedierte van allerlei aard. En om nog meer complexiteit toe te voegen: er is een soortgelijke kruipende plant die dwars door de uitlopers van de Dovenetel heen kruipt. Op dag één ga ik direct bezig met het verwijderen van alle grote brandnetels en andere planten (waarvan ik de naam niet weet). Ik vind het geen leuke taak. Ik zit vooral in de doe-modus. Ik bedenk me dat ik in 2 dagen het hele perk wel af krijg.

Snel resultaat halen is alleen niet de bedoeling van de werkmeditatie. Langzaamaan begin ik anders te kijken en vooral met meer aandacht te kijken. Ik ontdek hoe de dovenetel groeit, waar hij wortel schiet, en welke andere planten hem in de weg zitten. De Dovenetel is overal en heeft genoeg stevigheid, wordt alleen overheerst door andere planten en onkruid. Het kruipsel dat erop lijkt schiet steeds op dezelfde plek wortel. Ik volg de Dovenetel en maakt ruimte waar nodig. Ik krijg er steeds meer lol in – zelfs als het begint te regenen. De mooiste momenten in de werkmeditatie zijn die met een enorme vangst van de concurrerende kruiper: ik kijk waar de wortels zitten en verwijder – via een gerichte interventie – heel precies een hele sliert van deze plant. En ik ontdek dat je losgetrokken Dovenetel ook gemakkelijk weer wortel kan laten schieten op een ander plekje.

Wat ik me daar in het Dovenetel-perk nog weer eens realiseer, is dat het begeleiden van organisaties steeds weer van me vraagt dat ik er middenin kan staan. Dat ik tijd neem om goed te kijken wat er echt speelt, naar dat wat er al is en potentie heeft. En naar de patronen die dit (vaak onbewust) tegenwerken. Mijn werkplezier in de retraite nam toe na een korte brainstorm met de tuinman over hoe dat perk eruit kon gaan zien. In mijn opdrachten ontstaat de meeste energie bij het samenbrengen en uitproberen van nieuwe toekomstbestendige organisatierituelen. Want er gebeurt iets wanneer je aandacht geeft aan dat wat wil groeien.

En dan nu mijn vraag aan jullie: Als je zo leest over mijn werk in organisaties en Dovenetel-perkjes: hoe zouden jullie mij(n) (rol) noemen?